De Gouden en de Zwarte doos

 

Ik heb twee dozen in mijn handen
die God mij toevertrouwde.
Hij zei: ‘Doe al je zorgen in de zwarte, en al je vreugde in de gouden.’
Ik deed wat Hij zei: ik stopte mijn vreugde in de ene en mijn zorgen in de andere doos.
Maar hoewel de gouden doos met de dag zwaarder werd,
leek er met de zwarte wel iets loos.
Hij werd maar niet zwaarder en toen ik hem nader bekeek,
zag ik onder in de doos drie gaten waarlangs mijn zorgen verdwenen, zo bleek.
Ik toonde de gaten aan God en vroeg: ‘Waar zouden toch mijn zorgen zijn?’
Hij lachte vriendelijk en zei: ‘Mijn kind, die zijn bij Mij.’
Ik vroeg: ‘Waarom gaf u mij die dozen, Heer, waarom de gouden en de zwarte met de gaten?’
‘De gouden, mijn kind, is om je zegeningen te tellen, de zwarte is bedoeld om los te laten.’

 

 

Terug